Navigator
|
Delahaye en de Romeinse reisgidsen.
1
In mijn vorige beschouwing heb ik, vanuit mijn lekenstandpunt, een analyse gegeven van de kaart van Gallië en Germanië volgens Ptolemaeus, en de visie van Delahaye daarop. Thans wil ik hetzelfde doen ten aanzien van de Peutingerkaart en het Itinerarium Antonini 2 Gelukkig kon ik ditmaal in een bibliotheek dezelfde bronnen vinden die Delahaye gebruikt heeft, zodat die niet ter discussie behoeven te staan 3 . In veel commentaren worden de reisgidsen, waarover de reiziger in de oudheid kon beschikken, als gebrekkig en primitief gekwalificeerd. Ik vraag me echter af, of we dat – althans wat de technische uitvoering betreft – wel juist zien. Hebt u zich nooit geërgerd – wanneer u in de auto een route volgde met behulp van een wegenkaart – dat u bij elke bocht de kaart een slag moest draaien, en dat u allerlei handelingen moest verrichten om telkens weer het goede stuk van de kaart in beeld te krijgen ? Dat hangt samen met het feit dat ons al op de lagere school een vast kaartbeeld is ingeprent waarbij nu eenmaal de route van Groningen naar Middelburg van rechtsboven naar linksonder moet gaan. Kaartlezen is dan ook een vak apart. En wat de afstanden betreft: het is natuurlijk wetenschappelijk erg interessant om tot op de centimeter te willen vaststellen, hoe groot de Romeinse mijl en de Gallische leuga waren, en te filosoferen over wel of niet hemelsbrede afstanden, maar de Romeinen kenden geen mijlen, en konden geen hemelsbrede afstanden meten. Ze kenden slechts de milia passuum = duizend (dubbele) passen, en telden die langs de gevolgde route. Een pas over een vlak weiland was uiteraard iets heel anders dan een pas over een dichtbegroeide berghelling. Men is het er over eens, dat de loop der rivieren op de Peutingerkaart niet erg serieus genomen moet worden, maar dat wèl rivierovergangen en de ligging van een plaats aan een rivier als werkelijkheid te beschouwen zijn, al betreft het misschien een àndere rivier. Het meest frappante voorbeeld is wel, dat de Seine (althans de rivier die in de Seinemond uitkomt) vanuit de streek bij Bavay komt, en dat Parijs daarentegen aan de Loire (Riger, bij Ptolemaeus Liger) gelegd is. Als de traditionele wetenschap en Delahaye het over de identificatie van een plaats eens zijn, garandeert dat nog niet de juistheid ! Heel opvallend vond ik in dit verband de identiteit Juliobona = Lillebonne. De Peutingerkaart tekent Juliobona ten zuiden van de Seinemonding. Maar ook Ptolemaeus geeft coördinaten bezuiden de Seine, en beschrijft Juliobona nadrukkelijk als een plaats in Lugdunesië, zodat misverstand uitgesloten lijkt. Lillebonne ligt echter ten noorden van de Seinemond, dus in Belgica ! Evenals vorig maal wil ik eerst de traditionele interpretatie analyseren, en pas daarna Delahayes visie daarop loslaten. Beide bronnen, in de voorhanden versies, vermelden in index of commentaar een aantal identificaties met moderne plaatsnamen, die dus als interpretatie van de gevestigde wetenschap op te vatten zijn. Delahaye noemt zelf de traditionele interpretaties van een aantal Nederlandse plaatsen. Met behulp daarvan heb ik de beide traditionele kaarten, afb. 1 en 2. getekend. Niet-geïdentificeerde plaatsen zijn globaal geïnterpoleerd, en door open cirkeltjes aangeduid. Afb. 1. De wegen van de Peutingerkaart volgens de traditionele interpretatie. (145 kB) Afb. 2. De wegen van het Itinerarium Antonini volgens de traditionele interpretatie. (155 kB) Een paar details vereisen een nadere toelichting: In weg 11 heeft Delahaye heel opportunistisch de 10 en 40 mijl verwisseld (nota 11-1). Antoninus (weg 33) geeft achter Colonia Traiana geen afstand, maar een slingerteken. De gevestigde wetenschap heeft in resp. bij Xanten twee legerplaatsen opgegraven op een onderlinge afstand van een paar km. Wat nu als een xl (40) op de Peutingerkaart gereconstrueerd is, is waarschijnlijk origineel een soort accolade geweest, om de beide abusievelijk te ver uiteen getekende legerplaatsen weer te verbinden. Heel vreemd is, dat de bron achter Veteribus géén getal toont, maar dat de ogenschijnlijk exacte copie in het kaartdeel van Delahaye (de kleurenkaart) daar wèl het getal xiii (13) heeft staan ! Het maken van vergelijkbare kaarten à la Delahaye leek nogal eenvoudig: in het kaartdeel van zijn zojuist verschenen publicatie staan alle trajecten immers keurig afgebeeld mèt schaalaanduiding. In mijn naïviteit meende ik dus ermee te kunnen volstaan die kaartjes te verkleinen tot dezelfde schaal en ze dan aan elkaar te passen. Deze poging leverde echter een ontnuchtering op: vele afstanden bleken absoluut niet te kloppen. Er zat dus niets anders op, dan zelf een goede Franse atlas aan te schaffen. Dat ging prima met de Atlas routier van Michelin: vrijwel alle plaatsen staan er in, al blijken er in het register nogal enige te ontbreken. Afb. 3. De wegen van de Peutingerkaart volgens Delahaye.(118 kB) Afb. 4. De wegen van het Itinerarium Antonini volgens Delahaye. (127 kB) Het is onvermijdelijk hier de voornaamste problemen per afzonderlijk traject kort te vermelden. Daarbij is DT het tekstdeel, DK het kaartdeel van Delahayes boek. 1. Noires-Terres – een van de zeer weinige plaatsen, die in de Michelin-atlas niet te vinden zijn – zou volgens DT een plaats onder Ardres op 19 km van Alembon zijn. Ardres ligt echter maar op 12½ km van Alembon 5 .3, 4, 13, 14. Delahayes Baca Conervio heette in werkelijkheid Bacaco Nerviorum = Bacaco van de Nerviërs. Het is Bagacum bij Antoninus, en Βαγακον Νερουιων bij Ptolemæus. 4. De vreemde uitschieter naar Doornik in DK komt in DT niet voor; daar hij geen enkel doel dient, heb ik hem weggelaten. Het getal xl = 40 achter Camaraco is wellicht een kopieerfout op de kaart, en moet xi = 11 zijn. Harmignies, in DT terecht omschreven met 7 km zuidoost van Mons, 6 ligt dus in België, een flink stuk ten noordoosten van Bavay, en staat verkeerd in DK getekend. 5. Hier is de Peutingerkaart verkeerd gelezen. Als men goed kijkt ziet men dat Teucera 13 mijl na Tervanna moet liggen. De kaart in DK is flink vertekend. De hemelsbrede afstand Terwaan–Amiens is daar 60 km, in werkelijkheid 90 km. 6. Domqueur, in DT correct omschreven, staat verkeerd in DK ingetekend (moet ten westen van de lijn Halloy– Amiens liggen). 8. Voor de sprong van Boulogne naar de Seinemonding: zie hierboven. Luliobona is een leesfout voor Juliobona. 9. Delahaye verwart twee Pontoises. Het Pontoise 30 km noordwest van Parijs is niet Pontoise-lès-Noyon, dat uiteraard vlakbij Noyon ligt. 9a De bij 9 genoemde afslag naar Augustobona loopt door naar Eburobriga (Avrolles) ! 10. Delahaye slaat tussen Durocassio en Subdinnum de plaats Autricum (Chartres) over, maar telt wel de beide afstanden op. Achter Durocassio moet 13, achter Autricum 50 staan. Autessio moet Autessioduro zijn. Avrolles ligt volgens nota 10-1 36 km zuidoost van Auxerre, volgens nota 28-1 echter 36 km zuidoost van Sens. In DK zijn die posities juist verwisseld. Nota 28-1 en de kaart van weg 10 hebben gelijk. 11. Een typisch voorbeeld van een volslagen ongeloofwaardig traject. Als we de Peutingerkaart als een stripkaart zien, zou een dergelijk traject prima zijn als opdracht voor een marsoefening, maar absurd als hulpmiddel voor een reiziger, die uiteraard geen onnodige afstanden wil afleggen. 12. Fréniches ligt (volgens nota 12-1) 10 km ten noorden van Noyon. Dat zou je volgens de kaart in DK niet zeggen ! 13. Gommegnies ligt (nota 13-1) 7 km van Bavay, en Pernant ligt vlakbij Soissons, dus ver ten zuiden van Athies. Dan is deze kaart in DK toch wel merkwaardig ! 14. De hemelsbrede afstand Bavay–Reims is in DK 80 km, in werkelijkheid 125 km ! 15. Idem Avesnes–Reims in DK 30 km, echt 100 km. Voorts zijn hier twee plaatsen Vadencourt verward: het Vadencourt noordoost van St. Quentin (nota 15-1) is een ander dan dat op de kaart in DK. 16. Lachaussée (in nota 16-1 goed omschreven) ligt ten zuiden van Conflans, dus niet zoals in DK. 17. Zoals ik de Peutingerkaart lees, ligt Indesina (de eerste letter is onzeker) niet aan dit traject, maar hoort die naam bij de daaronder getekende badplaats. Bij alle badplaatsen staat de naam (meestal met aquis) erboven ! Er moet tussen Agrippina en Marcomagus een onbekende plaatsnaam ingevoegd worden (met cijfer 10). 18. Dumno moet m.i. Divimo zijn. Daarachter slaat Delahaye de plaats Bingium over (met cijfer 12). 19, 21. Chennery ligt ten oosten van Vouziers, 40 km volgens nota 19-1, 21 km volgens nota 21-1 ! 22. Laneuveville-lès-Lorquin ligt zuidwest van Burbach en Saverne ! Lutzelhouse ligt ten zuiden van Saverne ! Van de kaart in DK klopt dus niet veel. 25. DK: Audun-le-Roman ligt 39 km recht ten noorden van Lachaussée ! Vorderweidenthal ligt veel verder naar het noorden, over de Duitse grens. De merkwaardige achtvormige rondreis van meer dan 50 km om van Harenatium in Calo te komen (zie DK), was blijkbaar een verplichte exercitie, want in weg 33 gebeurt precies hetzelfde. Antoing en Calonne zijn slechts door een brug van elkaar gescheiden (welke brug ook voor de rondreis aanwezig verondersteld moet worden !). Uitgaande van de traditionele interpretatie, moet de gedrukte bron een fout bevatten. Vergelijk de wegen 25 en 33 (op schaal getekend): 27. DK: Laneuveville-lès-Lorquin ligt ten zuidwesten van Saverne ! 28. Zie de opmerking over Avrolles bij weg 10. 29. DT zegt terecht, dat Billy-le-Grand ten zuidoosten van Reims ligt; waarom staat het in DK dan te noorden ? Axuena is de naam van een rivier (de Aisne). Zou een eventuele plaats van die naam dan niet aan die rivier te verwachten zijn ? 30. De tekst van Antonini zegt letterlijk, dat dit een alternatieve route van Durocortorum naar Divodurum is. Het is me een raadsel, waarom we derhalve bij Épinonville in plaats van bij Reims zouden moeten beginnen (nota 30-1) ! DK: Piennes ligt zuidzuidoost van Tellancourt ! 33. Zie boven bij weg 25. 34. DK: een onbegrijpelijke tekening; Thuillies ligt ten noordoosten van Avesnes, Baileux ten westen van Rocroi ! 35. DK: Vigny ligt recht ten noorden van Chaligny ! 39. DK: Gommegnies ligt tussen Bavay en Jolimetz, zoals in DT correct vermeld staat. 41a. Delahaye heeft dit zijspoor Atrecht–Amiens van weg 41 over het hoofd gezien. 42. DK: Amiens, Cormeilles en Beauvais liggen op een rechte lijn; St. Leu d'Esserent ligt pal ten westen van Senlis. 45. DK: Thiverval-Grignon ligt ten westen van Parijs, bezuiden de Seine (in DT juist omschreven). 48. DK: Langres ligt ten zuidwesten van Meuse (eveneens correct in DT). Naarmate de lijst vorderde kreeg ik er schoon genoeg van om steeds de kaartjes in DK nauwgezet met de werkelijkheid te vergelijken, en heb ik nog slechts de meest opvallende fouten genoteerd. Alles bijeengenomen is deze publicatie van Delahaye wel als een uitermate onzorgvuldig stuk werk te beschouwen. Dat staat overigens geheel los van de vraag of zijn verplaatsing van de limes germanicus naar de Belgisch–Franse grens op zich juist is. Het opvallende kris-kras dooreen lopen van de wegen, dat pas goed blijkt door alle wegen in één kaart onder te brengen, is beslist geen positief punt. Ook het vlak bijeen liggen van plaatsen zonder onderlinge verbinding, waardoor logische verbindingen tussen trajecten zoek zijn, is erg onbevredigend (bijv. Adlullia–Grinnes–Teucera, of Novesium–Bavacum–Geminicum–Juliacum), evenals de lussen die de reiziger soms geacht wordt te volgen. Echter: het is een postume publicatie, en het is me niet bekend of Delahaye zijn manuscript zelf gereed voor publicatie achtte. Misschien zijn er verbeteringen mogelijk, die het geheel ineens veel logischer maken. Ik houd me aanbevolen voor (opbouwend) commentaar. Tenslotte: ik ben geen historicus, archeoloog, geograaf, geoloog of classicus. Ik schrijf dus over zaken waar ik geen verstand van heb, in het volle bewustzijn dat anderen dat veel beter zouden moeten kunnen doen. Maar ze doen het niet ..... Eigenlijk heb ik geen andere bedoeling dan de echt competente deskundigen uit hun tent te lokken ! De interpretaties van de in de reisgidsen voorkomende plaatsen, voorzover ter zake doende 7 .
|